De symptomen vallen niet mee.
Ik stoot glazen (rode) wijn om op feestjes.
Ik smeer tijdens het luierverschonen ongemerkt poep in mijn haar.
Ik brand mijn vingers aan te hete pannen.
Ik doe mijn best om mijn smartphone niet te laten vallen, maar blijf achter het snoertje haken als het ding aan de oplader ligt.
Met stokjes eten kan ik verrassend genoeg heel goed, maar ik laat de sushi op een onbewaakt moment dan wél in het schaaltje sojasaus spetteren (vooral als mijn tafelgenoot iets wits aan heeft).
Ik lijd aan een chronische vorm van klunzigheid
Dat is geen ramp, zolang het zich maar niet buiten de vier muren van mijn eigen huis manifesteert. Maar dat doet het natuurlijk wél. Zoals bij de bakker of in de supermarkt. Op van die plekken met feestelijk gestapelde kerststollen en wiebelige kartonnen reclamezuilen.
Of, zoals deze week, bij het naaiwinkeltje hier om de hoek.
Ik stap er binnen omdat ik een nieuwe broek korter wil laten maken. Geen probleem, zegt de winkeldame, maar ze wil de broek wel even afspelden. Of ik hem dus even aan kan trekken. Ze wijst naar een geïmproviseerd kleedhokje; een kamerscherm in het hoekje van de winkel, met een lap stof ervoor als gordijn. Ik knik en stap erin.
Terwijl ik mijn broek losknoop negeer ik alle signalen
Mijn ellebogen die tegen het gammele scherm stoten.
Het ‘gordijn’ dat niet helemaal dicht gaat.
Het ontbreken van kledinghaakjes, waardoor al mijn spullen op de grond liggen.
Ik zou beter moeten weten. Ik, in zo’n hokje, dat is een regelrechte oorlogsverklaring aan het lot. Maar ja, die nieuwe broek móet korter. Anders struikel ik straks gegarandeerd over de te lange pijpen.
Op het moment dat ik mijn oude broek tot aan mijn knieën naar beneden heb gestroopt constateer ik dat ik mijn mooie-maar-niet-zo-makkelijke laarzen aan heb. De laarzen die mijn vriend thuis altijd van mijn voeten moet trekken, omdat ik ze zelf niet uit krijg.
Snel bedenk ik de beste tactiek
Ik houd die laarzen aan, en trek mijn broek er gewoon overheen.
Balancerend op één been probeer ik met twee handen mijn broekspijp over een laars te sjorren. Ik sta voorover gebogen, het bloed bonst in mijn slapen en er vormen zich zweetdruppeltjes op mijn bovenlip. Nu al.
“Gaat het, mevrouw?” hoor ik achter me.
Ik kijk om. Ik zie dat mijn kont door de spleet van het gordijn naar buiten steekt.
Iedereen kan hem zien: mijn turquoise Hema-onderbroek
Ik snok het gordijn dicht en vloek binnensmonds. Dit lukt niet. Die k**laarzen moeten dus toch gewoon úit.
Met twee handen begin ik aan de schoen te trekken. Mijn hiel glijdt langzaam door de schacht naar boven. Dat voelt hoopvol. Ik trek harder. Ik moet me inhouden om er niet bij te kreunen, zoals kinderen dat doen die iets zwaars optillen of op de wc zitten te poepen.
Nog een klein stukje.
Ja!
Met een rotvaart schiet de laars van mijn voet. Ik verlies mijn evenwicht, grijp in een reflex het gordijn vast en terwijl ik achterover op de grond donder trek ik het complete kleedhokje met me mee de afgrond in.
Daar zit ik, met mijn broek op mijn knieën
Mijn billen op de stoffige koude vloer van de winkel. Eén laars uit en één laars aan. Het kamerscherm ligt plat op de grond met het gordijn in een hoopje ernaast.
Als ik opkijk zie ik dat er nog meer klanten in het winkeltje zijn. Ze staren alle vijf naar me. Stelletje ramptoeristen.
Ik steek mijn hand op en zeg goedemiddag. Niemand reageert. Humorloze ramptoeristen, ook dat nog.
Ik krabbel op, trek mijn broek omhoog en begin kalm met de wederopbouw van het kleedhokje. Ik krijg geen hoofd als een tomaat. Ik begin niet als een gek te zweten. En ik voel ook niet de bekende drang om me eindeloos voor mijn gestuntel te verontschuldigen.
Zelf-acceptatie. De eerste stap op weg naar eindeloos geluk.
Ik glimlach even naar mezelf in de spiegel en begin vol goede moed aan laars nummer twee.
respect from one hectic person to the other!!!!
Ik hoop op mijn respectabele leeftijd nog steeds dat ik ooit een “dame” zal worden.
Van de andere kant zegt S altijd dat hij zich na dik 40 jaar samen nog steeds niet met mij verveelt, dus………….
Nou, in het kader van ‘je moet de lat nooit te hoog leggen’ hoop ik allang niet meer dat ik ooit een dame word. Maar voor mijn directe omgeving zou het soms wel fijner zijn als ik wat minder onhandig was. Deze week hielp ik R. met het opbouwen van een kast en nu loopt hij met een dikke blauwe vinger :-S…
Heb met je te doen!!
Waarom? Omdat ik toevallig die Hema-onderbroek aan had? 😛
dat met die poep had je wat mij betreft voor je mogen houden. #yuck
Haha, daar had ik bij willen zijn!
Whahahaaa!!! geniaal beschreven! Ik heb zo gelachen!
Prachtig blog!
Ennuh, over die lat….
We hem te hoog legt, loopt er vanzelf een keer onder door!
Een glimlach op de maandagmorgen door jouw blog. Knappe prestatie als iemand dat voor elkaar krijgt 😉 (en ik maar denken dat ik klunzig was)
Mijn voorletters zijn E.C.M. Ik begin steeds meer te geloven dat die staan voor Eef Clumsy Mom 🙂
Dit lijkt me zo’n moment dat je zó blij bent dat je die turquoise Hema onderbroek hebt aangetrokken en niet die verwassen string!
Fijn geschreven Eef, mag wel een beetje persoonlijker 😉
Voor een tweep: Don’t follow me (because I run into walls) – Dit schreef Eef http://t.co/FloNQQ7Qcx via @EefHermans
Voor een tweep: Don’t follow me (because I run into walls) – Dit schreef Eef http://t.co/FloNQQ7Qcx via @EefHermans
@Herjan_Ede Zie hier: https://t.co/sBgJjwaYtE
Mooi dat via Google zo’n pareltje uit je archief even weer naar boven komt. Heerlijk beeldend beschreven, zag het helemaal voor me. Inclusief die humorloze ramptoeristen. Ach, beter klunzig, dan humorloos toch?
Hee, bedankt, Pauline :-).
En ja, ik ben het helemaal met je eens!